Hoe denken fysiotherapeuten over de toekomst van fysiotherapie?
De afgelopen weken trokken bestuursleden van het Koninklijk Genootschap voor Fysiotherapie het land in om met leden te praten over de positie van de fysiotherapie en de fysiotherapeut in de toekomst. 80 Fysiotherapeuten, 2025 als ijkpunt en 8 stellingen als ‘Kwaliteit toon je aan door hoge patiëntwaarderingen’ en ‘Voor een fysiotherapeut wordt communiceren en samenwerken belangrijker dan fysiotherapeutisch behandelen’ zorgden voor soms pittige discussies. Lees het verslag met de stellingen en de voors en tegens op een rij.
Brainstorm Op weg naar fysiotherapie en fysiotherapeut 2025
Het KNGF streeft naar een toekomstbestendige visie die de positie van de fysiotherapie en van de fysiotherapeut in de maatschappij kan versterken, gericht op het maximaal ondersteunen van de kwaliteit van leven van de patiënt. Ontwikkelingen in de maatschappij, het zorglandschap en veranderingen in beleid maken dat het KNGF streeft naar een heldere en gedeelde positionering van de fysiotherapie. Daarom is het KNGF in 2017 gestart met een visietraject in samenwerking met BeBright.
Gebaseerd op trends en ontwikkelingen zijn er vier bouwstenen gedefinieerd, die samen het gezamenlijk toekomstbeeld vormen. Per bouwsteen is er een aantal belangrijke keuzes te maken over de toekomst van fysiotherapie. Het betreft keuzes over bijvoorbeeld de positie van fysiotherapie in netwerken, opleidingsniveau verbijzonderd en algemeen fysiotherapeut (bachelor-master) en de rol van fysiotherapeuten bij innovatie.
Een cruciaal onderdeel van de visieontwikkeling is natuurlijk het gesprek met de fysiotherapeuten zelf. In februari 2018 zijn 4 leden-bijeenkomsten in de regio gehouden, namelijk in Haarlem, Eindhoven, Voorburg en Drachten. In totaal waren er 80 enthousiaste deelnemers aanwezig om door middel van 8 stellingen te discussiëren en te brainstormen over de toekomst van de fysiotherapie en fysiotherapeut.
Hieronder treft u de 8 verschillende stellingen beschreven met daarbij de meest gehoorde argumenten voor en tegen die tijdens de bijeenkomsten naar voren kwamen.
Stelling 1: Preventie en gedragsverandering worden belangrijker dan fysieke behandeling; daardoor wordt het sociaal domein (Wmo) een belangrijke financieringsbron
Argumenten voor:
- Door middel van gedragsverandering kan de fysieke behandeling overbodig zijn
- Preventie kan geleverd worden aan grote groepen, daardoor groter bereik
- Het gedrag van de patiënt kan bepalend zijn voor de fysieke klachten
- Fysiotherapeuten zijn uniek in secundaire preventie
- Preventie is belangrijk om de zorgkosten omlaag te krijgen
Argumenten tegen
- Meerwaarde van de fysiotherapie zit in pathofysiologie en daarmee het fysiek behandelen. Dit is de corebusiness van de fysiotherapeut.
- Door vergrijzing word fysieke behandeling juist steeds belangrijker
Gedragsverandering hoort bij andere disciplines thuis
Stelling 2: De fysiotherapeut ontwikkelt zich in de toekomst in de basis als algemeen fysiotherapeut gedurende een HBO master / WO master. Een Master geeft toegang tot het BIG-register. Een Post-master kan daarna gevolgd worden om te verbijzonderen, of bijv. om te verdiepen in een rol als casemanager.
Argumenten voor:
- Complexere zorg heeft specifieke kennis nodig, en een hoge mate van klinisch redeneren
- Betere positionering van de fysiotherapeut door een master
- Niveau van de huidige afgestuurde fysiotherapeuten wordt steeds lager
Argumenten tegen:
- De basis van de fysiotherapeut is “handwerk” en daar is bachelor-niveau prima voor.
- Klantwaarde is het belangrijkst, daar heeft opleidingsniveau geen invloed op
- Fysiotherapeuten op bachelor niveau van belang om een beroepskolom te creëren waarin therapeuten van verschillenden niveaus actief zijn
- In een team van fysiotherapeuten kunnen zowel bachelor als master fysiotherapeuten actief zijn om elkaar in evenwicht te brengen
- Door een master te verplichten worden de opleidingskosten verhoogd
Over deze stelling was onder de deelnemers veel discussie. Veel deelnemers konden zich niet vinden 1e deel van de stelling, maar juist wel in het 2de deel van de stelling. Het advies van dedeelnemers was dan ook om de stelling in tweeën te splitsen.
Argumenten voor:
- Technologische ontwikkelingen gaan de komende jaren versnellen waardoor het verschil
tussen de 1e en de 2de lijn verdwijnt. - Substitutie is belangrijk en kan naar de 1e lijn
- Ziekenhuizen gaan fysiotherapie steeds meer outsourcen
- Zorg moet gericht zijn om de patiënten zo snel mogelijk weer thuis te krijgen
Argumenten tegen:
- Er is een grote differentiatie tussen de geleverde zorg intra- en extramuraal
- Er blijft een verschil tussen de 1e en de 2de lijn, echter wordt de samenwerking onderling beter
- Er is specifieke kennis en vaardigheid nodig bij bepaalde onderdelen van het zorgtraject
- Verschil in Low-care en High-care zorg blijft
- Overleg is de basis om de patiënt optimaal te kunnen behandelen
- Het gewenste eindresultaat voor de patiënt is niet meer te bereiken met alleen maar fysiotherapie
Argumenten tegen:
- Coördinatie van zorg zou gedeclareerd moeten kunnen worden
- Fysiotherapeutisch handelen is het belangrijkst
- Geen toekomst voor fysiotherapeut als de rol verandert
- Zowel fysiotherapeutisch handelen als communiceren en samenwerken zijn van essentieel
belang voor een optimaal herstel
Argumenten voor:
- Tevredenheid van de patiënt is de essentie en het doel van de behandeling
- Patiëntwaarderingen zijn een tegenhanger van wetenschap als middel om kwaliteit aan te tonen
Argumenten tegen:
- Veel praktijken scoren hoog op patiëntwaarderingen, dus daarop is geen differentiatie
mogelijk - Fraudegevoelig, daardoor geen goed meetinstrument
- Wijze van score niet toegankelijk voor iedereen in de samenleving.
- Verzekeraar moet het hoog waarderen, deze financiert immers het grootse deel van de
fysiotherapie - Kwaliteit hoort geborgd te worden door de beroepsgroep
- Patiënten weten niet wat ze onder een hoge kwaliteit kunnen verstaan
Stelling 6: Evidence based interventies vormen de basis van het vak. Interventies die niet bewezen effectief zijn, vallen buiten het domein en worden dan ook niet toegepast.
Argumenten voor:
- Behandelingen die niet EBP zijn, niet uit algemene middelen betalen
- EBP is de basis van de fysiotherapie
Argumenten tegen:
- Placebo is de kern van het vak
- Weinig systematic reviews over fysiotherapie
- EBP is vaak gebaseerd op specifieke doelgroepen die niet representatief zijn
- Niet bewezen interventies kunnen ook effectief zijn
- Ruimte voor innovatie moet blijven
- 85% van het vak is niet EBP
Er werd gesproken over de terminologie van ‘ niet bewezen effectief ’. Algemeen wordt geconstateerd dat interventies die “bewezen niet-effectief” zijn, niet moeten worden uitgevoerd.
Stelling 7: Op het gebied van innovatie en vernieuwing is de fysiotherapeut van de toekomst geen koploper maar doet wel actief mee aan initiatieven in zijn netwerken.
Argumenten voor:
- Innovatie is niet de corebusiness van de fysiotherapeut
- Door het netwerk meer draagvlak voor innovatie
Argumenten tegen:
- Zeker als beroepsgroep (KNGF) dien je koploper te zijn op dit gebied
- Innovatie en vernieuwing zijn belangrijk om je werk goed uit te kunnen dragen
- Fysiotherapie is onderhevig aan marktwerking daarom belangrijk om slim en lean te werken
- Als fysiotherapeut dien je ten alle tijd te trachten om koploper te zijn
Stelling 8: De fysiotherapeut werkt in de toekomst in een eerstelijns gezondheidscentrum samen met andere disciplines. De zelfstandige fysiotherapiepraktijk bestaat niet meer.
Argumenten voor:
- Starters op de markt krijgen hierdoor geen kans om een eigen praktijk te starten
- Financiële trigger om in een gezondheidscentrum te werken
- Zorgpaden zijn belangrijk, financiering in de toekomst gaat veranderen
Argumenten tegen:
- Ruimte houden voor de zelfstandige praktijk, aparte meerwaarde
- Wijkcentrum vraagt extra inspanning
- Huidige situatie voldoet aan de eisen van de patiënt
- Op afstand samenwerking voldoet prima, waardoor gezondheidscentrum niet nodig is.
- Geen eerstelijns gezondheidscentrum, maar digitale verbinding