Met een krachtige houding presteer je beter
Rode konen van de zenuwen, trillende handen bij een speech, piekeren of het je allemaal wel gaat lukken. Allemaal tekenen dat je gespannen bent. Door die stress presteer je minder goed dan je zou kunnen.
Het kan ook anders. Amy Cuddy, Amerikaans sociaal psycholoog en docent aan de Harvard University heeft onderzocht hoe je het best kunt omgaan met spanning en beter kunt presteren. Je kent haar misschien wel, van haar Ted Talk ‘Your body language shapes who you are’.
Cuddy heeft nu haar onderzoeksresultaten uitgewerkt in haar boek ‘Presence. Onverschrokken je grootste uitdagingen aangaan’. Omdat we allemaal wel eens te maken hebben met een situatie waar we tegenop zien, deel ik graag een paar van haar tips.
#1 Focus op het moment
Wanneer je gespannen bent ga je piekeren over allerlei dingen, zoals het eindresultaat (krijg ik het wel voor elkaar?) of de mening van de ander. Je geeft aan allerlei dingen aandacht – behalve aan hetgeen dat je op dat moment moet doen. Daardoor ben je minder gefocust op dat werkelijk belangrijk is en kom je bovendien onzeker over. In plaats daarvan kun je je veel beter richten op het moment zelf en wat je op dat moment moet doen. Of het nou een pitch voor investeerders is of een lastig gesprek met een medewerker: richt je niet te veel op het resultaat dat je wilt behalen. Houd de focus op je kerntaak van dat moment: dan neem je je publiek vanzelf mee. Zo kom je vol vertrouwen over en voorkom je zogenaamde ‘trappenwijsheid’: dat je achteraf, na uitgebreid analyseren en piekeren, ineens weet je wat je had moeten zeggen.
#2 Gebruik de kracht van lichaamstaal
Wanneer je blij bent, ga je lachen. Wanneer je je zelfverzekerd voelt, dan neem je een stevige en brede houding aan: je doet je kin omhoog, draait je schouders open en neemt relatief veel ruimte in. Het werkt ook andersom, zo ontdekte Cuddy. Neem twee minuten een krachthouding aan, en je gaat je als vanzelfsprekend zelfverzekerder voelen. Hetzelfde geldt voor een zogenaamde machteloze houding: voorover gaan zitten, je schouders naar elkaar toe buigen, je kin naar de borst toe brengen. Dat is een houding die je normaal gesproken aanneemt wanneer je je machteloos en kwetsbaar voelt. Wanneer je die houding aanneemt, dan ga je je ook vanzelf machteloos voelen. Even in een krachthouding staan maakt dat de hormonen gaan stromen, je zelfverzekerder voelt en met net iets meer lef naar binnen stapt. Iedere keer dat je dat doet, neemt je zelfvertrouwen toe. Maar dat niet alleen: je krijgt ook mentaal een meer open houding: je bent creatiever, ziet meer mogelijkheden en staat open voor andermans ideeën. Je gesprekspartner merkt dat. Hij vindt je vriendelijker en betrouwbaarder – en zo win je aan invloed. Kortom: niet Red Bull, maar kracht geeft je vleugels.
#3 Leg je mobieltje wat vaker weg
Wanneer je op je mobieltje kijkt, dan neem je vanzelf een minder brede houding aan. Je gaat voorover zitten, buigt je hoofd naar voren en brengt je schouders bij elkaar. Doe je dit vaak, dan krijg je vaker last van hoofd- en nekpijn. Dit komt omdat je hoofd relatief veel zwaarder wordt.
Wat verrassender is: je zelfvertrouwen neemt af, zo ontdekte Cuddy. Dat komt om je vaker in de machteloze houding zit. Hoe langer ineen gekrompen, hoe minder je persoonlijke kracht. Wel een beetje wrang: je gebruikt je smartphone vaak juist om productiever te worden: even nog een paar mailtjes wegwerken. In plaats daarvan ondermijnt het je assertiviteit en daarmee je effectiviteit…
#4 Verander in kleine stapjes
Denk nu niet gelijk: ‘ik kijk nooit meer op mijn smartphone’ of ‘voortaan sta ik de hele dag in een krachthouding’. Want dat is zó ambitieus dat het vast en zeker een keer mislukt. En wanneer iets een keer mislukt, dan denk je al gauw: ‘het lukt me nooit’, om de moed vervolgens maar helemaal op te geven.
Beter kun je langzaam naar je doel toewerken en kleinere, concrete veranderingen voornemen. Die kun je dan als een gewoonte gaan hanteren. Bijvoorbeeld: ‘De komende week leg ik elke dag mijn telefoon een kwartiertje bewust weg.’ De kans is dan groot dat je het meteen de eerste dag doet en de volgende dag denkt ‘ach, dat was niet zo veel moeite’ en het nog een keer doet. En zo kun je die gewoonte uitbreiden en steeds meer veranderen.
#5 Probeer het maar eens
In haar boek geeft Cuddy meer praktische tips. Probeer ze maar eens, voor dat je zo naar de volgende vergadering loopt. Even in een krachthouding staan: handen op je heupen, glimlachen en de kin naar voren. Doe het op je kamer, of als het ongemakkelijk voelt, even in een ruimte waar niemand je ziet.